3 Belgen Ad Petersen Annet van de Elzen Arnoud de Blauw Beelden Biezen Birgitt van Bracht De Muzen De Verbeelding Eindexamenwerk St.Joost Engels design Fotografica Frans Kerkhoff Franse schilderkunst Gaby Bovelander Henk Klok Herman Gordijn Het sublieme gemis Jan Fabre Jan Hoet Jan Hoet 2 Jan Hoet 3 Jean-Michel Alberola Jean-Pierre Caumiant Jeroen Bechtold Jeroen Doorenweerd Johan Clarysse Jon Marten Kees Mol KunstRAI 1993 Leon Adriaans Lotti van der Gaag MUHKA Marcel Maeyer Martien de Visser Middelheim Miquel Barcelo Mireille van 't Hoff Miriam Slaats NBKS 1 NBKS 2 Open Ateliers Pieter Ouborg Rick Koren Right of Speech Robert Wilson Rosemarie Trockel Signmar Polke Textielmuseum Thijs van Kimmenade Tine van de Weyer en Bert Poulisse USA Today Vormen van sculptuur Vrij Spel Willem Pak Fo Tjon Wim Claessen Wim Schuetz Witte de With Wolfgang Laib Wolfslaar Yvon Ne Zoersel
|
Expositie eindexamenwerk St.-Joost in De Beyerd, 25 t/m 28 juni 1993
Kunst van St.Joost levert een mooie tentoonstelling op.
Het aandeel van de fotografie in het eindexamenwerk van St.Joost is opmerkelijk. Zowel naar getal als naar kwaliteit. Dit weekend exposeren de vers afgestudeerden van de kunstacademie hun eindexamenprojecten in De Beyerd in Breda en de fotografen domineren de tentoonstelling. Kennelijk heerst er op St.Joost momenteel een een klimaat waarin de fotografen geprikkeld worden nieuwe en eigen wegen te gaan. Dat levert werk op dat inhoudelijk, technisch of formeel een stap verder wil gaan. Uiteraard is dat werk, in het algemeen gesproken, nog niet volgroeid, maar wat bij enkelen heel zichtbaar is, dat is het zelfbewustzijn, en dus ook de ambitie zich te onderscheiden. Dat levert soms heel bijzonder werk op. Typisch is dat de schilderkunst en de beeldhouwkunst minder prominent aanwezig zijn.
Een van de meest opvallende jonge fotografen is Marga Rotteveel. In de hoge, lichte gang die de twee vleugels van De Beyerd verbindt toont ze foto's van de Maasvlakte bij Rotterdam die aaneengeschakeld zijn tot twee langgerekte friezen. De verschillende beelden van dezelfde vlakte zorgen in die formatie voor een horizon, een effect dat versterkt wordt doordat de camera laag bij de grond de opnamer heeft gemaakt. Daaronder losse foto's van enkele voorwerpen die zij gevonden heeft in de directe omgeving in de tijd dat de camera openstond. Een kogelhuls, een bout, vuile handschoenen, de clip van een drankblikje. Voorwerpen die met elkaar of met de omgeving niks van doen hebben, en die zo de sfeer versterken van zinloosheid die zo'n door mens en dier verlaten vlakte oproept. Maar de fotograaf legt wel een relatie. Het voorwerp dat in de vlakte verdwijnt, wordt eruit gelicht door vergroting en zo wordt het oog heen en weer bewogen tussen het kleinste detail en de grootse, lege ruimte. Er is ook technisch iets bijzonders aan de hand. De foto's van de vlakte zijn op de meest ouderwetse manier gemaakt, met een zogenaamde pinhole, een grote, zwarte camerabox uit het begin van de fotografie. De detailfoto's daarentegen zijn op de meest geavanceerde manier tot stand gekomen, met scanner en computer. Dat levert een digitaal beeld op dat het mogelijk heeft gemaakt het materiele karakter van de dongen te versterken.
Sander Heezen en Aryan Jansen hebben het medium fotografie op een bijna autobiografische manier gebruikt. In de kleinere bovenzalen heeft Heezen 365 kleine zwart-wit fotootjes over de muren verspreid opgehangen. Een sterrenhemel van kleine beelden, voor elke dag een. Zo ontstaat een fotgrafisch dagboek. Daarnaast eer reeks grotere foto's van vrienden en 9 foto's in kleur van een operatie. De fotograaf als chroniqueur.
Tanja Snijders heft haar afstudeerproject besteed aan Amerika. Ze toont een groot aantal foto's in kleur die opvallen door uniformiteit: gelijk van compositie, licht, sfeer en zelfs van anekdote. Want eigenlijk zijn alle mensen die vastgelegd zijn inwisselbaar, alsof de fotograaf de eigen identiteit van de anonieme hoofdrolspelers heeft willen wegfotograferen. Zo kan het dus ook gebeuren dat het geslachte kadaver van een rund en een blikje Cola in die context ook een hoofdrol kunnen spelen. Om Amerika zo te fotograferen is wellicht ook een cliche, maar wat de foto's toch bijzonder maakt is de koele afstandelijkheid van alle foto's tezamen.
Wat de tentoonstelling behalve mooi ook interessant maakt, is het open karakter ervan. De beginnende kunstenaars hoeven nog geen grote ruimte aan te kunnen en nog niet alle aandacht te dragen. Er wordt veel getoond zodat de aandacht gespreid wordt en er wordt soms ook studiemateriaal neergelegd omdat het volgen van het creatieve proces misschien net zo belangrijk is als het zien van het voorlopige eindresultaat. Daarom is het werk van Jose Garcia Lechner zo interessant. De muur vol kleine schilderkunstige schetsjes, van alles wat de schilder tot onderwerp kan dienen. In een staat die die de voltooiing nog niet heeft bereikt, wellicht zelfs ontwijkt. Tezamen zijn al die kleine werkjes een vorm van verbeelding die nog zonder het grote formaat kan. En die nog zonder pretentie is. In de zaal ligt ook het schetsboek van de kunstenaar dat een nog gedetailleerder blik in de keuken verschaft. Dit is werk van een academiestudent dat nog een open karakter heeft, zich nog niet in een spoor heeft vastgebeten. Als aan het begin van de kunstenaarscarriere theorie en praktijk zich zo kwetsbaar durven te manifesteren en het zoeken nog van alles op kan leveren, dan wordt er een belofte gedaan.
|