3 Belgen Ad Petersen Annet van de Elzen Arnoud de Blauw Beelden Biezen Birgitt van Bracht De Muzen De Verbeelding Eindexamenwerk St.Joost Engels design Fotografica Frans Kerkhoff Franse schilderkunst Gaby Bovelander Henk Klok Herman Gordijn Het sublieme gemis Jan Fabre Jan Hoet Jan Hoet 2 Jan Hoet 3 Jean-Michel Alberola Jean-Pierre Caumiant Jeroen Bechtold Jeroen Doorenweerd Johan Clarysse Jon Marten Kees Mol KunstRAI 1993 Leon Adriaans Lotti van der Gaag MUHKA Marcel Maeyer Martien de Visser Middelheim Miquel Barcelo Mireille van 't Hoff Miriam Slaats NBKS 1 NBKS 2 Open Ateliers Pieter Ouborg Rick Koren Right of Speech Robert Wilson Rosemarie Trockel Signmar Polke Textielmuseum Thijs van Kimmenade Tine van de Weyer en Bert Poulisse USA Today Vormen van sculptuur Vrij Spel Willem Pak Fo Tjon Wim Claessen Wim Schuetz Witte de With Wolfgang Laib Wolfslaar Yvon Ne Zoersel
|
Expo Franse schilderkunst uit Nederlands bezit, 1600-1800, Boymans-van Beuningen, 15 januarit/m 7 maart 1993
Franse schilderkunst
De hoeveelheid Franse schilderijen uit de periode 1600 - 1800 die zich in openbare collecties in Nederland bevinden, is opvallend klein. Het gaat om ongeveer 100 stuks waarvan er nu 48 te zien zijn in museum Boymans-van Beuningen. Dat museum heeft zelf een relatief groot aantal doeken van Franse schilders uit die periode, de rest bestaat uit bruiklenen.
Het museum heeft eerder, in 1989, een overzicht gegeven van wat er zich in Nederland bevindt aan Italiaanse kunst uit dezelfde periode, onder de titel Van Titiaan tot Tiepolo. Wat toen zo verraste was de hoge kwaliteit, en dat is, naar ik meen, nu duidelijk minder. Er zijn natuurlijk enkele schitterende doeken bij zoals die van Claude Lorrain en van Gaspard Dughet. Maar wat vooral opvalt is dat het Classicisme in de Franse kunst, een stroming uit de 17e eeuw die een grote invloed heeft gehad op de Nederlandse cultuur in de laat-17e en 18e eeuw, volkomen ontbreekt. En dat de grootse schilderingen van heroische eedverbonden die de tweede helft van de Franse 18e eeuw domineerden, zoals die van David en Vien, niet voorkomen in Nederlandes collecties. Wat op deze tentoonstelling ruim vertegenwoordigd is, dat is het stilleven, een zeer Nederlands genre in wezen. En die vaststelling leidt ons direct naar de smaak van de verzamelaars die de doeken hebben gekocht en die natuurlijk zich minder gelegen lieten liggen aan een kunsthistorisch overzicht dan aan hun eigen voorkeur. Daar komt nog bij dat het vooral verzamelaars zijn geweest uit de twintigste eeuw als de Rotterdamse industrieel Van Beuningen, die de schilderijen heeft gekocht van Chardin, Watteau en Boucher, topstukken die in de villa van de collectioneur niet verder kwamen dan de slaapkamer van zijn vrouw.
De kleine stillevens van Chardin zijn juwelen. Sober, zeker in vergelijking met de Nederlanse voorbeelden uit de 17e eeuw, eenvoudig voedsel en huisraad in een rijke belichting. Maar zonder enige symbolische bedoeling. De stillevens van Chardin tonen een gevoel voor de stoffelijke waarde van de dingen dat uitmondt in het realisme en impressionisme van de 19e eeuw..
De Franse schilderkunst uit Nederlands bezit tot 7 maart in Museum Boymans-van Beuningen.
|