3 Belgen Ad Petersen Annet van de Elzen Arnoud de Blauw Beelden Biezen Birgitt van Bracht De Muzen De Verbeelding Eindexamenwerk St.Joost Engels design Fotografica Frans Kerkhoff Franse schilderkunst Gaby Bovelander Henk Klok Herman Gordijn Het sublieme gemis Jan Fabre Jan Hoet Jan Hoet 2 Jan Hoet 3 Jean-Michel Alberola Jean-Pierre Caumiant Jeroen Bechtold Jeroen Doorenweerd Johan Clarysse Jon Marten Kees Mol KunstRAI 1993 Leon Adriaans Lotti van der Gaag MUHKA Marcel Maeyer Martien de Visser Middelheim Miquel Barcelo Mireille van 't Hoff Miriam Slaats NBKS 1 NBKS 2 Open Ateliers Pieter Ouborg Rick Koren Right of Speech Robert Wilson Rosemarie Trockel Signmar Polke Textielmuseum Thijs van Kimmenade Tine van de Weyer en Bert Poulisse USA Today Vormen van sculptuur Vrij Spel Willem Pak Fo Tjon Wim Claessen Wim Schuetz Witte de With Wolfgang Laib Wolfslaar Yvon Ne Zoersel
|
Schilderijen en werken op papier over Het Lijden van Jean-Michel
Alberola in De Pont, 4 sept t/m 9 jan 1994
In De Pont in Tilburg exposeert de Fransman Jean-Michel Alberola ruim
100 werken op papier die de kruisiging verbeelden. Het werk is van
recente datum en is eerder dit jaar tentoongesteld in Centre Pompidou
in Parijs.
Alberola (Algerije, 1953) schildert het oudste beeld uit onze
christelijke cultuur: het lijden, zoals dat zichtbare vorm heeft
gekregen in het gekruisigde lichaam. Het kruis dat het einde markeert
van de menselijke en dus zichtbare gedaante van Christus, de uiterste
metamorfose. Op rituele manier houdt het katholieke geloof die
gedaanteverandering in herinnering door het brood en wijn te doen
veranderen in het lichaam en bloed van de lijdende Christus. Alles wat
wij onder lijden kunnen verstaan wordt samengevat in dat ene beeld, het
kruis, een universeel teken dat het diepst verankerd is in onze
cultuur. Het is vooral het katholieke ritueel dat als geen ander dat
grote lijden veruitwendigd heeft en daar dus tal van concrete en
herkenbare vormen voor heeft gevonden. De gedachtenis aan Goede
Vrijdag, het kruisbeeld met de passiewerktuigen, het martelaarschap en
al die andere beelden die de mens het lijden zo dichtbij brengen, bijna
grijpbaar maken zelfs. Dat is de bron waaruit Alberola put, het
katholieke geloof als plaats bij uitstek van de schilderkunst. Dat
geloof is voor hem in de eerste plaats een taal van beelden waarin hij
zich het gemakkelijkst uitdrukt omdat het de taal is die hij het eerst
heeft geleerd. Alberola schildert en tekent de gekruisigde Christus op
soms schitterende manier.
Hij laat het beeld van de lijdende Christus uiteen vallen in tal van
aspecten van het lijden. Een voet met het het spijkergat, de gekromde
vingers, een ampul met bloed, het stervende lichaam dat alleen nog maar
hangt. De voet met stigma staat voor het geheel van het goddelijke
lichaam en werkt dus net als al die andere vormen als een pars pro
toto. Alberola laat het lijden uiteenvallen in vormen die de
schilderkunstige en tekenkunstige aandacht opeisen. Aandacht voor de
rechterhand waarmee hij tekent, aandacht voor de linkerhand waarmee hij
een insnijding maakt. En niet te vergeten de aandacht voor het
perkamentpapier waarop de verf schitterend vloeit. Op de
tentoonstelling hangen naast elkaar twee grote werken op papier,
voorstellende studies van het lichaam van Christus. Op dat mooie
lichtbruine papier worden de schilderachtige contouren zichtbaar van de
gekruisigde en de doek van Veronica en daaroverheen, in houtskool, het
stromende bloed, een ampul en een tak. Met groot gevoel voor schoonheid
geschilderd en getekend.
Maar, we hebben het nog steeds over lijden. En het zou moeten gaan over
angst, ontzetting, pijn, schuld, ingredienten van het lijden waarvan de
dood van Christus de metafoor is. Maar het gaat hier over het lijden
van Jean-Michel Alberola en dat heeft iets sensueels. Lijden wordt in
zijn schilderkunstige behandeling van een aanraakbare schoonheid en dat
is aanstootgevend. In onze christelijke cultuur schamen we ons voor
lijden en roept lijden vanzelf de vraag naar schuld op. Dat alles is
althans de conventie. Alberola exploreert in de schildering van de
kruisiging een oud en sterk beeld. Maar hij blijft steken in de vorm.
Hij geeft het uiterlijk van het gekruisigde lichaam weer maar dringt
niet door in het lijden zelf. Hij tekent het lijden maar roept het niet
op, hij maakt het niet voelbaar. Kijken naar het werk van Alberola
brengt een schoonheidservaring teweeg, maar blijft verre van huivering
en ontzetting. Het beeld van het lijden is in handen van Alberola een
ikoon, een vast beeld. Het beeld is tot een vorm gestold die wij in
onze riten gebruiken.
Alberola verwijst in zijn uitspraken naar Auschwitz, de levende
herinnering waarin lijden en dood van onze eigen tijd samenvallen.
Auschwitz is een breuk, een versplintering van een mensbeeld en als
zodanig een herhaling van de kruisdood. Maar wat Alberola in woord zegt
is iets anders dan wat hij in schildersdaad oproept. Bij iemand als
Francis Bacon heeft het lijden wel dat gruwelijke gezicht gekregen.
Bacon schilderde de verlamde en verscheurde mens, de mens in ontzetting
en angst, het lijden van de eigentijdse mens. Geplaatst in een
abstracte, lege ruimte die isoleert en daardoor ook verhevigt, die het
lijden in essentie vast legt. Daarmee overstijgt zo'n beeld zijn eigen
tijdelijkheid en wordt iets van alle tijden. Jean-Michel Alberola houdt
de ruimte concreet; hij verbindt het lijden aan een bepaalde vorm en
een bepaalde ruimte en beperkt darmee de betekenis.
Het lijden moet deel zijn van jezelf, het moet een zelf gevoelde
pijn zijn die tot razernij voert. Lijden moet je willen, bij wijze van
spreken. Maar lijden bij Albverola wordt schoonheid, en in die gedaante
zelfs begerenswaard.
De Pont, Wilhelminapark 1, Tilburg, tot 10 januari 1994.
|