3 Belgen Ad Petersen Annet van de Elzen Arnoud de Blauw Beelden Biezen Birgitt van Bracht De Muzen De Verbeelding Eindexamenwerk St.Joost Engels design Fotografica Frans Kerkhoff Franse schilderkunst Gaby Bovelander Henk Klok Herman Gordijn Het sublieme gemis Jan Fabre Jan Hoet Jan Hoet 2 Jan Hoet 3 Jean-Michel Alberola Jean-Pierre Caumiant Jeroen Bechtold Jeroen Doorenweerd Johan Clarysse Jon Marten Kees Mol KunstRAI 1993 Leon Adriaans Lotti van der Gaag MUHKA Marcel Maeyer Martien de Visser Middelheim Miquel Barcelo Mireille van 't Hoff Miriam Slaats NBKS 1 NBKS 2 Open Ateliers Pieter Ouborg Rick Koren Right of Speech Robert Wilson Rosemarie Trockel Signmar Polke Textielmuseum Thijs van Kimmenade Tine van de Weyer en Bert Poulisse USA Today Vormen van sculptuur Vrij Spel Willem Pak Fo Tjon Wim Claessen Wim Schuetz Witte de With Wolfgang Laib Wolfslaar Yvon Ne Zoersel
|
Expo Lotti van der Gaag, schilderijen, tekeningen en beelden in Museum Boymans-van Beuningen, 17 jan t/m 28 februari 1993
Lotti van der Gaag
Het is heel verrassend om het werk van Lotti van der Gaag, royaal bijeengebracht, in het museum te zien. Verrassend omdat haar tekeningen, die zo weinig getoond zijn, toch ook dat dat rauwe en tegelijk kinderlijk ontwapenende hebben waarmee Cobra vijftig jaar geleden shockeerde. Dat stempel leek verbleekt en afgesleten. De scheppingskracht van Karel Appel lijkt haar woede te hebben verloren, Corneille heeft zijn talent vooral te gelde gemaakt met illustraties, stropdassen en snelle zeefdrukken in grote oplages, van Constant, de meest geengageerde van de Cobraschilders, wordt al lang niks meer vernomen en Theo Wolvecamp is dood. De oerschreeuw in die gewild ongekunstelde, primitieve stijl leek verstomd.
Maar ineens klinkt die weer, in museum Boymans-van Beuningen in Rotterdam. Lotti van der Gaag (1923) heeft het museum een schenking gedaan van ruim honderd tekeningen en enkele schilderijen. Een selectie uit die donatie, aangevuld met schilderijen uit de jaren zestig, de zogenaamde zwarte schilderijen, en bronzen beelden wordt nu geexposeerd. En dat is een laat eerbetoon aan iemand die in de voorbije jaren slechts mondjesmaat te zien is geweest.
In 1950 ging ze in Parijs studeren bij de beeldhouwer Ossip Zadkine en voegde zich vervolgens bij de Cobra-beweging. Ze woonde in de Rue Santeuil, waar ook Appel, Corneille en andere Nederlandse kunstenaars hun atelier hadden. Alles hadden ze ervoor over, de biterste armoede, om maar in Parijs te kunnen werken waar een bevrijdend artistiek klimaat bestond. Uit die tijd dateert ook de vriendschap met de dichter Bert Schierbeek, bij wiens gedichten ze tekeningen maakte. Merkwaardig is het te zien dat Lotti van der Gaag zo op de achtergrond is gebleven, al die jaren. Terwijl zeker haar tekeningen uit de jaren vijftig alles hebben wat het vroege werk van de andere Cobrakunstenaars zo wereldberoemd en kostbaar heeft gemaakt. Maar Sandberg, de man die Cobra het Stedelijk binnen haalde en daarmee de kunstgeschiedenis tot een andere loop dwong, heeft haar links laten liggen en zelfs in de dissertatie van Willemijn Stokvis, toch een degelijk standaardwerk, is geen spoor van haar te vinden.
De tentoonstelling laat tekeningen zien uit de jaren vijftig, schilderijen en tekeningen uit de jaren zestig en een twintigtal kleine beelden. Die vroege tekeningen grijpen het meest aan. Het zijn ongepolijste tekens die zich met luide schreeuw een bestaan veroveren. In een wereld, nog zo kort na de oorlog, waar niets meer vanzelf spreekt en zeker niet de zinvolheid van het menselijk bedrijf. In een tijd dat "de schoonheid haar gezicht verbrand heeft" (Lucebert) bekommert Lotti van der Gaag zich niet om de stijl van haar tekeningen. Ze zoekt de onbevangen wereld van het kind en laat van daaruit haar tekening geboren worden op papier, direct, snel en emotioneel. Met houtskool maakt ze dikke, korte lijnen die rechtstreeks uit de hand een vorm doen ontstaan. Mensen en dieren, verwonderd en nog onaangedaan door de verwringing van het volwassen leven.
In de tekeningen uit de jaren zestig, die de verhouding tussen man en vrouw als thema hebben, hebben de schetsmatige houtskoolstreken zich aaneen gesmeed tot figuratieve lijnen. De voorstelling wordt meer helder en verhalend, de zon begint te schijnen, maar de rauwe emotie is verdwenen. Ineens worden het tekeningen die veel lijn nodig hebben om een vorm te maken en juist daardoor die overtuigende directheid missen van haar vroegste werk. Al meer dan veertig jaar werkt Lotti van der Gaag afwisselend in Parijs en Den Haag, gedreven door de obsessie van haar kunstenaarschap.
Lotti van der Gaag tot 1 maart in Museum Boymans-van Beuningen, in Rotterdam.
|