3 Belgen Ad Petersen Annet van de Elzen Arnoud de Blauw Beelden Biezen Birgitt van Bracht De Muzen De Verbeelding Eindexamenwerk St.Joost Engels design Fotografica Frans Kerkhoff Franse schilderkunst Gaby Bovelander Henk Klok Herman Gordijn Het sublieme gemis Jan Fabre Jan Hoet Jan Hoet 2 Jan Hoet 3 Jean-Michel Alberola Jean-Pierre Caumiant Jeroen Bechtold Jeroen Doorenweerd Johan Clarysse Jon Marten Kees Mol KunstRAI 1993 Leon Adriaans Lotti van der Gaag MUHKA Marcel Maeyer Martien de Visser Middelheim Miquel Barcelo Mireille van 't Hoff Miriam Slaats NBKS 1 NBKS 2 Open Ateliers Pieter Ouborg Rick Koren Right of Speech Robert Wilson Rosemarie Trockel Signmar Polke Textielmuseum Thijs van Kimmenade Tine van de Weyer en Bert Poulisse USA Today Vormen van sculptuur Vrij Spel Willem Pak Fo Tjon Wim Claessen Wim Schuetz Witte de With Wolfgang Laib Wolfslaar Yvon Ne Zoersel
|
Tot 5 januari exposeert Galerie Resy Muijsers in Tilburg werk van
Marcel Maeyer, samen met dat van Marten Hendriks. Maeyer is een
Belg (Sint-Niklaas, 1920) die heel lang hoogleraar is geweest in de
actuele beeldende kunst aan de Rijksuniversiteit van Gent. In die
hoedanigheid heeft hij een generatie Belgische kunstenaars
beinvloed, maar ook de tentoonstellingsmaker Jan Hoet. Het
bijzondere aan Maeyer is dat hij de beeldende kunst op twee
manieren heeft gediend die elkaar gemakkelijk in de weg zitten.
Naast zijn intellectualistische werk aan de universiteit is hij een
eigen avontuurlijke weg gegaan als beeldend kunstenaar. De vrije
verbeelding van de kunstenaar is bij hem niet gewurgd door het
systeem van de academische studie. En dat is uitzonderlijk genoeg.
Als kunstenaar heeft hij zich voortdurend vernieuwd, altijd zoekend
naar een puur persoonlijke formulering van wat wij het probleem van
de moderne kunst noemen. Dat is het onderzoek naar de middelen
waarmee de kunstenaar werkt, of naar de manier waarop wij kijken en
onze omgeving beleven of naar de verhouding tussen vorm en
voorstelling. Het oeuvre van Marcel Maeyer laat een aantal van die
vragen zien die de kunstenaar aan zijn werkelijkheid stelt. Op een
van zijn eerste exposities in Nederland, half jaren '70, toonde hij
hyperealistisch werk. Ver doorgevoerde, gedetailleerde
schilderingen van een tentdoek of een zonnewering; uitvergrotingen
waren dat van een heel klein stukje werkelijkheid.
Wat hij nu toont heeft daar niks meer mee te maken, althans
uiterlijk. Op grote foto's zien we de vorm van een huis, opgebouwd
uit vier staande platen en een vloer. Een dak ontbreekt. De
fototechniek is die van de cibachrome, een manier om kleur bijna
onnatuurlijk scherp vast te leggen. Dat biedt vooral mogelijkheden
om de sfeer van de foto te manipuleren. Maeyer gebruikt die
mogelijkheid om die basisvorm, het huis, in een ongedefinieerde
ruimte te plaatsen en zo te fotograferen dat maat en verhouding
onduidelijk blijven. Het huis wordt dus nooit echt een huis maar
blijft een vorm, een object. We kunnen er niet doorheen kijken, we
kunnen er niet langs en niet overheen kijken en toch blijft de vorm
volkomen ongrijpbaar. Wat Maeyer in wezen doet is het benadrukken
van wat we de fotografische ruimte zouden kunnen noemen: ze is
exact als beeld zichtbaar en is toch niet bestaand. Want als we
maat en verhouding missen kunnen we de dingen die we op de foto
zien niet als bestaande vormen benoemen.
Daarnaast toont Maeyer acht schilderijen als een installatie aan de
muur. Daarop dezelfde vorm, het huis dat bestaat uit verschillende
wanden. Maar nu zijn ze geschilderd en echt geschilderd in blauw,
geel, wit en een enkele wand in rood. En alles tegen een platte,
lege achtergrond. Dit is de zuiver schilderkunstige ruimte. Alleen
de verhouding tussen de kleuren en de nuances van de ruwe,
expressieve penseelstreek maken dat wij in het schilderij ruimte
ervaren. En zo zijn foto en schilderij beide op een voor elk medium
zeer specifieke manier gebruikt. Maar allebei stellen ze
uitgesproken persoonlijk en eigenlijk ook poetisch het probleem aan
de orde van de vorm die voorstelling wordt.
De platen overigens die het huis construeren zijn van
modelleergips. In de galerie staat zo'n dakloos huisje, veel
kleiner dan we op de foto geneigd zijn aan te nemen. De platen
blijken een tekstinscriptie te bevatten die soms wel en soms niet
leesbaar is. Het is de suggestie van een betekenis, van een eigen
verhaal dat een dichterlijke pendant vindt in de cibachrome en in
het schilderij.
Galerie Resy Muijsers, Nieuwlandstaat 22, Tilburg, tot 5
januari
|