3 Belgen Ad Petersen Annet van de Elzen Arnoud de Blauw Beelden Biezen Birgitt van Bracht De Muzen De Verbeelding Eindexamenwerk St.Joost Engels design Fotografica Frans Kerkhoff Franse schilderkunst Gaby Bovelander Henk Klok Herman Gordijn Het sublieme gemis Jan Fabre Jan Hoet Jan Hoet 2 Jan Hoet 3 Jean-Michel Alberola Jean-Pierre Caumiant Jeroen Bechtold Jeroen Doorenweerd Johan Clarysse Jon Marten Kees Mol KunstRAI 1993 Leon Adriaans Lotti van der Gaag MUHKA Marcel Maeyer Martien de Visser Middelheim Miquel Barcelo Mireille van 't Hoff Miriam Slaats NBKS 1 NBKS 2 Open Ateliers Pieter Ouborg Rick Koren Right of Speech Robert Wilson Rosemarie Trockel Signmar Polke Textielmuseum Thijs van Kimmenade Tine van de Weyer en Bert Poulisse USA Today Vormen van sculptuur Vrij Spel Willem Pak Fo Tjon Wim Claessen Wim Schuetz Witte de With Wolfgang Laib Wolfslaar Yvon Ne Zoersel
|
De bijenwasruimte van Wolfgang Laib (Duitsland, 1950) maakt sinds
ongeveer een jaar deel uit van de De Pont, de stichting voor
eigentijdse kunst in Tilburg. In de relatief korte tijd van het
bestaan van de Wachsraum op die plek is het bezoek daaraan voor mij
ongemerkt een dwingende gewoonte geworden. Elke keer dat ik in De Pont
ben, loop ik de schaars verlichte gang binnen aan de rand van de
indrukwekkende tentoonstellingsruimte. Vanuit de grote zaal is de
bijenwasruimte niet zichtbaar. Maar in de overgave aan al die andere
kunst kom je vanzelf binnen reukafstand van de bijenwas. De reuk is
het eerste zintuig waarmee je dit werk Van Wolgang Laib ervaart.
Ineens vangt de neus die koele en zoete geur op van bijenwas. Bijenwas
is vettig en rijk en die sensatie ruik je. De toegang is een deurgat
in de grote witte muur van de oude fabriekshal. Een klein trapje af en
je bent omgeven door zachtbruine bijenwas. Een gang van 9 meter lang,
3.25 meter hoog maar amper 1 meter breed die helemaal bezet is met
platen bijenwas. Een veelheid van intense, zintuigelijke waarnemingen
neemt bezit van je. Door een schamel peertje aan het plafond wordt de
gang verlicht en kun je zien. Je bent ondergedompeld in een geur die
door gewenning aan de sensatie weer wat verflauwt. En als de tekst bij
de ingang niet dringend had verzocht de was niet aan te raken, zou de
neiging moeilijk bedwingbaar zijn geweest om het wel te doen. Bijenwas
in die hoeveelheid heeft iets lichamelijks dat je wilt aanraken en
voelen. In je hoofd hoor je zelfs het gezoem van al die zwermen bijen
die niet aflatend bezig zijn geweest de honingraten te vullen die ze
gemaakt hebben van was. Hoe onwaarschijnlijk veel handelingen van die
kleine bijen zijn er niet nodig geweest om Wolfgang Laib zo'n
installatie te kunnen laten maken. In de stilte van die gang bedenk je
hoe betrekkelijk tijd dan ineens is.
In De Pont zijn tot 6 februari volgend jaar een aantal werken
samengebracht die inzicht geven in de belevingswereld van Wolfgang
Laib. Want veel meer dan een verzameling losse kunstwerken die elkaar
opvolgen in tijd is het werk van hem de uitdrukking van een
levenshouding met een grote innerlijke samenhang. Nu krijgt de
Wachsraum die tot de vaste collectie van De Pont behoort, een
organische binding met het andere werk dat Laib tijdelijk daaromheen
heeft gerealiseerd. Bijna al het werk heeft Laib direkt op de grijze
vloer geplaatst. Het heeft geen andere beelddrager nodig, geen sokkel,
geen lijst, niks. Het wezen van Laibs kunstopvatting ligt in de natuur
van het materiaal dat hij gebruikt en niets mag daarvan afleiden.
Vanaf zijn eerste expositie, eind jaren '70, werkt hij met stuifmeel,
bijenwas, rijst en melksteen, zo puur en zo geconcentreerd dat een
ongehoorde kwaliteit van de stof naar boven wordt gehaald.
Het materiaal is steeds hetzelfde en daarmee dus ook het werk, en toch
is het steeds weer anders. Bij elke gelegenheid opnieuw realiseert
Laib zijn werk, in harmonie met de ruimte waarin het moet bestaan.
Daaraan ligt een kunstopvatting ten gronslag die voor ons westerlingen
bijzonder is. Voor een westerse kunstenaar heeft een werk in feite
afdeaan als het eenmaal bestaat. Hij concentreert zich op een nieuw
werk dat een volgende stap is in zijn artistieke ontwikkeling die zich
als een lijn in de tijd voltrekt. Wolfgang Laib, daarentegen, keert
steeds weer terug naar dezelfde materie, een soort van levenscyclus.
Stuifmeel, rijst en bijenwas, bronnen van leven, zijn oeroud en in
Laibs handen tegelijk splinternieuw. In een van de afgesloten ruimtes
in De Pont heeft Laib in een vierkant van (ongeveer) 3 bij 3 meter
stuifmeel uitgestrooid op de grijze vloer. Stuifmeel, wat is dat nou
helemaal, zo kwetsbaar, zo vluchtig. Maar in de hoeveelheid en
concentratie waarin hij het pure stuifmeel gebruikt is het geel
overdonderend. Zo geel, zo intens geel, dat zie je nergens in de
natuur, want aan die minuscule korrels stuifmeel in die individuele
bloem, daar gaan wij aan voorbij. Het stuifmeel doet je beseffen
hoeveel tijd en identieke handelingen nodig zijn geweest om het in die
hoeveelheid te verzamelen. Als een monnik heeft Laib gewerkt in de
velden en bossen rond zijn huis in ZuidİDuitsland, zomers lang, om
potjes met stuifmeel te vullen. In het werk dat in Tilburg op de grond ligt,
krijgt de tijd een stoffelijke gedaante in geel en daarmee
wordt het abstracte zichtbaar. Dit kan alleen maar in stilte en rust,
want de geringste verstoring van het evenwicht kan het stuifmeel doen
wegwaaien. De rust en stilte gelden niet alleen de atmosfeer in De
Pont maar ook de innerlijke harmonie in het werk van Laib. Zoiets als
het evenwicht tussen Yin en Yang, het evenwicht tussen lichaam en
geest. En die harmonie zit, bij voorbeeld, in het stuifmeel of in de
bijenwas. Die harmonie is er altijd geweest zolang de materie bestaat.
Oneindig veel langer dus dan de kunstenaar wiens individualiteit er
niet eens zoveel meer toe doet.
Wolfgang Laib verzamelt stuifmeel en hoopt het op tot een berg, hij
gebruikt de was van miljoenen bijen voor een gang. In die gedaante is
de materie van een intensiteit, van een volheid die de mens zelf niet
kan maken. Dat zou, zo meent hij, een enorm misverstand zijn. Hij
noemt dat het verschil tussen een blauw schilderij en een blauwe
hemel. Tussen de werkelijkheid en de nabootsing daarvan. En als hij
was verzamelt of in het bloeiende veld het stuifmeel in een potje
opvangt, dan geldt voor hem de blauwe hemel die hij rechtstreeks wil
laten zien. Dus maakt hij geen schilderij, geen beeld, geen
installatie, met die beperkte indeling kun je zijn werk ook niet
benoemen. Wolfgang Laib onttrekt zich aan de geijkte categorieen en
systemen die het denken inklemmen in grijpbare verbanden. Laib wil
niet afhankelijk zijn van een systeem, een individueel lichaam, van
het hier en het nu. Daarom ook heeft hij het beroep van arts nooit
uitgeoefend terwijl hij doctor is in de medicijnen. De binnen de
westerse wetenschap gestelde grenzen, alsmede de daarin gezochte
oplossingen bevielen hem niet. Boeddhistische teksten, reizen door
Islamitische landen en het al duizenden jaren hetzelfde leven op het
Indiase platteland hebben hem naar een andere opvatting van leven
gevoerd, ver van onze rationele systemen.
De vloer heeft dezelfde betekenis binnen zijn werk als de vloer in de
moskee, de ruimte waar alle overbodigheid uit geweerd is. De kelim die
de moskeevloer bedekt, is leeg en heeft tegelijk door de ontelbare
herhaling van het patroon een volheid die het kleed een symbolische
betekenis verschaft die staat voor het leven.
Die idee van leegte en volheid heeft Laib gerealiseerd in zijn
melksteen. Een plaat marmer, van 1.20 bij 1.30 meter en 2 cm dik,
zorgvuldig in Macedonie gezocht om zijn warme, organische karakter,
heeft hij met de hand uitgeslepen zodat een ondiep bassin is ontstaan.
Dat heeft hij heel voorzichtig volgegoten met melk, precies tot aan de
rand en geen druppel meer. Het oppervlak van de melkplas staat
gespannen als een koepel in een volmaakte rust. Een stofje dat
onzichtbaar vanuit de grote ruimte in de witte plas neerdaalt, wordt
daar onmiddellijk zichtbaar. Beter gezegd, het maakt de leegte
zichtbaar van een natuurlijke stof die tegelijk in volmaakte volheid
het marmer vult. Dat wat de mens bedenkt en de stof is, vinden in dit
werk hun volkomen evenwicht, in een witheid die door geen mens te
maken valt. Dat is het verschil tussen een blauw schilderij en een
blauwe hemel.
Wolfgang Laib tot 6 feb. 1994 in De Pont, Wilhelminapark 1,
Tilburg
|