16 Kunstenaars uit Brabant 500 jaar Bouvigne 700 jaar beeldhouwkunst A.r.t.-galerie Alexander Schabracq Alexej Von Jawlensky Amerika Andy Warhol Anne Roorda Arie de Groot Auke de Vries BOA Bart van Hoek Beelden in het Tongerlohuys Birgitt van Bracht en Jan Vaes Breda Fotografica Carolein Smit Cees van Gastel Charles Clough Charlotte van Pallandt Crossing Over Changing Places Cultureel Gekleurd De Loods De eigen tijd Diana Rattray Edwin Janssen Edy de Wilde Filia den Hollander Frank Van den Broeck Franse kunst Franz Immoos Galerie De Verbeelding Galerie Kokon Galerie Liesbeth Lips George Steinmann Ger Dekkers Germinations Gert Rietveld Hans Klein Hofmeijer Hans Mutsers Helen Vergouwen Jaap de Vries 2 Jack Poell Jeff Wall Joelle Tuerlinckx Johan Claassen John Baldessari John van Gils Jos Dirix Karel Goudsblom KunstRAI MUHKA Man Ray Marijke Hooghwinkel Martin van Vreden Maud Verbruggen Michael Ryan NBKS NBKS fotowerk Nigel Kent Orna Wertman Paladino Panamarenko Park Middelheim Paul Beckers Peter Oosterbos Philippe Cazal Pjotr Mueller Portretten uit de 17e eeuw Quintijn van Eyk Remko Schultheiss en Roel QoQo Rene Magritte Renee Rohr Roman Cieslewicz Roni Horn Rotterdam in de jaren zestig Simcha Roodenburg Sjef Voets St.-Joost Teunn Nijkamp Tom Molenaars Tvadar Csontvary Varia Veronica Hustinx Watt Wereld op zolder Willy Looyen Wolfgang Laib Wolfslaar Zomer in Boymans
|
Het zijn niet meer dan ontmoetingen. Zo is de titel van de
tentoonstelling en zo is ook de pretentie. Vijftien Franse
kunstenaars van deze tijd zijn uitgenodigd om in het Museum voor
Hedendaagse Kunst in Antwerpen werk tentoon te stellen. Het is
duidelijk geen volledig overzicht van de hedendaagse kunstsituatie
in Frankrijk, vandaar de bescheiden beperking in de titel.
En toch zijn er enkele opmerkingen te maken die meer algemene
geldigheid hebben en dus aan het beoogde toeval voorbij gaan. De
presentatie is er interessant genoeg voor. Vijftien kunstenaars die
de actualiteit vertegenwoordigen geven hoe dan ook een beeld van
ontwikkelingen in de beeldende kunst. Ook al is de presentatie niet
volledig. Op zes benedenzalen na die tijdelijk "bewoond" worden
door Antwerpse kunstenaars, is het hele MUHKA-gebouw in beslag
genomen door de Fransen.
Wat meteen opvalt is het grote aantal vrouwen onder deze groep
kunstenaars. In Nederland is die getalsmatige verhouding nog altijd
anders. Maar de vaststelling zou belangrijker kunnen zijn als het
ook om kunst zou gaan die het vrouwelijke aan de orde stelt. Er is
zoiets als een aan de vrouw eigen manier van kijken en beleven die
een kunst op kan leveren die vrouweljk is. Nederlandse artiesten
als Marlene Dumas, Lydia Schouten, Myriam de Zeeuw leggen een
kwetsbaarheid, een directheid, een naaktheid aan de dag, een beeld
zonder omwegen, wat we vrouwelijk zouden kunnen noemen. Het lijkt
wel alsof deze Franse vrouwelijke kunstenaars er alles aan is
gelegen om dat wat ik als vrouwelijk benoem, uit te schakelen. Het
verst gaan Cecile Bart en Elisabeth Ballet in dit opzicht. Zij
maken een soort van omgevingskunst die rechtstreeks wijst naar de
minimal art uit de jaren '70. Afgezien van het feit dat die kunst
heel erg gedateerd is, betreft het een artistieke opvatting die het
persoonlijke en emotionele uit wil bannen, buiten de beeldende
kunst wil houden. Het is volkomen rationele kunst, gebaseerd op
maat en verhouding en een hoge graad van perfectie in de uiterlijke
vormgeving. Het is de kunst van Don Judd, bij voorbeeld, die nu in
het Stedelijk in Amsterdam exposeert. In dit verband zou je die
benadering uitgesproken mannelijk kunnen noemen.
Ballet is trouwens wel een van de interessantste. Zij gaat uit van
details uit andere ruimtes, herinneringen aan andere ruimtes en
neemt die mee in zes architecturale, geometrische wandobjekten. Die
zes gevonden vormen, ruimtelijke readyİmades, worden samengebracht
in een groot objekt dat het midden van de zaal vult en dat de
objectieve optelsom is van zes studies. De vormen zijn streng en
academisch maar wel mooi.
Een ander opvallend verschijnsel is dat het bij vrijwel alle
betrokken kunstenaars gaat om installaties. Er is er niet een bij
die nog een schilderij of een zelfstandig beeld toont. Een
installatie is kortweg een samengesteld kunstwerk in een bepaalde
ruimte. Een aantal artistieke handelingen die een gegeven ruimte
organiseren. Beeld en ruimte zijn op nauwe wijze op elkaar
betrokken, en bestaan, zou je kunnen zeggen, zonder elkaar niet.
Voor Dominique Gonzalez-Foerster is de ruimte de plek waar geleefd
wordt. Zij vat het leven en daarmee deze ruimte in het museum op
als een toneelstuk, een maskerade, en installeert een huiskamer en
een verkleedruimte compleet met salontafel, schilderijtje aan de
muur en kostuums. Zij geeft de ruimte een quasi-persoonlijk
karakter. Helemaal op de bovenste verdieping is de ruimte
omgetoverd tot een labyrint door Laurent Pareinte. En dat is de
installatie op de slechtste manier. Het is een donker doolhof waar
niks maar dan ook niks eigens aan te ontdekken valt.
Het geheel van de tentoonstelling is vanuit beschouwelijk oogpunt
interessant, in die zin dat aktuele ontwikkelingen duidelijk
zichtbaar zijn. Maar wat ook zichtbaar is, dat is het betrekkelijk
matige niveau van de Franse kunst van nu. De catalogustekst mag dan
op het historische belang van de Franse kunst in de twintigste eeuw
teruggrijpen, feit is dat de İismen na de jaren '50 niet meer uit
Frankrijk komen. Uit Italie, Duitsland, Engeland en vooral uit de
Derde Wereld komen heel wat belangrijker ontwikkelingen.
Franse kunst in het MUHKA, Leuvenstraat, Antwerpen tot 20 februari
|