Adriaan Seelen Alex Kiefmeijer Anish Kapoor Ben Hoezen Birgitt van Bracht 2 Boymans-van Beuningen Cady Noland Carel Visser Caro Chassetheater Cultureel Gekleurd Dada De Pont De Ringeloor De stadscollectie Desert Tracks Drie vrouwelijke schilders Edy de Wilde Elly Stegeman en Ludo Bekkers Emile van der Kruk Enk de Kramer Eric Hirdes Erik Prins Eugeen van Mieghem Giorgio Morandi Grafiek in het Tongerlohuys Hannema Hans Landsaat Hans Luiken Het portret Het verhalende Huub Bruls Ignatiusziekenhuis Jaap de Vries Jacques van Alphen Jan Andriesse Jeanne Munsterman Jeroen Doorenweerd Jiri Kolar John van Gils Jos Blersch Kars Persoon Klaar van der Lippe Kopper en Van Ham Kunst van Vlaanderen en Spanje Laatmiddeleeuwse prenten Lokaal 01 - 1 Lokaal 01 - 2 Luc Tuymans MUHKA Marijke Fitz Verploegh Martje Verhoeven Matthew Barney Michel van Overbeeke NBKS 1 NBKS 2 Naus en Kleinepier Nederlandse tekeningen 2e helft 19e eeuw Nieuwe beelden Noordbrabants Museum Paul Thek Per Kirkeby Piet Berghs Piet Dieleman Pyke Koch Reinoud van Vught Richard Price Rob Mohlmann Rob Moonens Simon Benson Stadscollectie Breda, deel I Textiel Thierry de Cordier Tina Onna Tom Wesselmann Ton Slits Tongerlohuys Toon Kuypers Torsten Haake-Brandt Un cercle d'amis Voorwaar Wainer Vaccari Walter Swennen Wolfslaar Wouter van Riessen
|
Het intuitieve beeld van Kapoor
Een beeld van Anish Kapoor veronderstelt actieve deelname van
de kijker. Deelname die verder gaat dan alleen maar betrokkenheid.
Om het beeld van Kapoor echt te kunnen waarnemen, moet
je een mentale binding aangaan. Je vraagt je af wat er in dat
donkere gat te zien is. Pas door die vraag ben je deelnemer,
een voorwaarde om wat te zien. De Pont heft een werk van
Kapoor in bezit dat een geheel met blauw pigment bewerkte
ruimte is. Pas na enkele momenten van aandachtig kijken ontwaart
de kijker een grote, eveneens met blauw pigment bepoederde bol
(diameter 240 cm) die zich losmaakt in die egaal
blauwe ruimte. Het beeld geeft zich prijs voor wie actief
kijken wil, deelnemer wil zijn. Wat je ziet is een ruimte die
als idee bestaat, geen ruimte dus waarin je vrij rond kunt
lopen. De ruimte van Kapoor speelt zich af binnen de grenzen
van een norse, stenen omgeving, een wolhok zoals in Tilburg of
een grote klomp steen. De ruimte bestaat uit pigment van een
en dezelfde kleur. Dat maakt onderscheid van enigerlei vorm
aanvankelijk moeilijk. Maar wie zich dichterbij begeeft en
liefst met zijn hoofd in de binnenruimte is, ontwaart in die
uniforme kleur een vorm die langzaam in het oog komt. Bij
voorbeeld een grote blauwe bol, of een gat in de vloer dat
zich aanvankelijk laat aanzien voor een stuk donker vilt. Dat
proces vraagt sterke concentratie, naar het zich laat aanzien
met de ogen, maar uiteindelijk veel meer nog met de geest.
Want die kleur en de daaruit voortkomende vorm leiden naar een
betekenis die zich op het volkomen abstracte, spirituele
niveau bevindt. En zodoende van de hoogst persoonlijke strekking is.
Wie buitenstaander blijft, ziet niks. Kijkt wel naar een
wolhok, zoals in De Pont waar de Kapoor twee werken vast
geinstalleerd heeft, of naar een klomp kalksteen van meer dan
mensenmaat, maar ziet niks. Kapoor eist een wil om te kijken
en levert een wereld om te zien. Want de overgave aan het
beeld en de concentratie op wat de ogen echt zien, levert de
verrassende gewaarwording op van een vorm in een ruimte die
niet leek te bestaan. De kijker neemt waar door het licht,
daglicht of kunstlicht, dat in het werk van Kapoor de eerste
barriere is die de toeschouwer moet nemen. Zolang hij in zijn
ogen het licht van buiten toelaat, ziet hij niks, hoe zeer hij
ook bereid is te turen. Zodra hij zich met zijn hoofd in de
kleine ruimte begeeft, weert hij dat harde, in dit geval
verhullende licht, en ziet die schitterend blauwe kleur. En
vervolgens is het alsof de kleur zelf het noodzakelijke licht
levert om de vorm te zien die in dat pigment gerealiseerd
wordt.
Naast de twee installaties die tot de vaste collectie behoren,
heeft Anish Kapoor recente sculpturen in hout en steen neergezet.
De stenen zijn van kalksteen en zijn van forse afmeting.
Ze staan pontificaal op de vloer als kapellen in het landschap.
De buitenvorm is ruw en onbewerkt, in de kleur die de
natuur zo heeft gewild. Aan een zijde heeft hij er een gat in
gehakt, geslepen en gepolijst dat als binnenruimte volstrekt
contrasteert met de buitenkant. Die grove materialiteit van de
buitenkant is aan de binnenkant als het ware ontstoffelijkt.
Of die steen is volmaakt glad geschuurd zodat er een spiegelend
oppervlak ontstaat waar het oog nergens aan kan blijken
haken. Of die binnenkant is met blauw pigment bedekt zodat er
een onpeilbare opening ontstaat. In beide omstandigheden lijkt
het beeld volstrekt immaterieel, aan de fysiek ontstegen. Het
beeld is intuitie geworden.
De Pont, Wilhelminapark 1, Tilburg; t/m 2 juli
|