Adriaan Seelen Alex Kiefmeijer Anish Kapoor Ben Hoezen Birgitt van Bracht 2 Boymans-van Beuningen Cady Noland Carel Visser Caro Chassetheater Cultureel Gekleurd Dada De Pont De Ringeloor De stadscollectie Desert Tracks Drie vrouwelijke schilders Edy de Wilde Elly Stegeman en Ludo Bekkers Emile van der Kruk Enk de Kramer Eric Hirdes Erik Prins Eugeen van Mieghem Giorgio Morandi Grafiek in het Tongerlohuys Hannema Hans Landsaat Hans Luiken Het portret Het verhalende Huub Bruls Ignatiusziekenhuis Jaap de Vries Jacques van Alphen Jan Andriesse Jeanne Munsterman Jeroen Doorenweerd Jiri Kolar John van Gils Jos Blersch Kars Persoon Klaar van der Lippe Kopper en Van Ham Kunst van Vlaanderen en Spanje Laatmiddeleeuwse prenten Lokaal 01 - 1 Lokaal 01 - 2 Luc Tuymans MUHKA Marijke Fitz Verploegh Martje Verhoeven Matthew Barney Michel van Overbeeke NBKS 1 NBKS 2 Naus en Kleinepier Nederlandse tekeningen 2e helft 19e eeuw Nieuwe beelden Noordbrabants Museum Paul Thek Per Kirkeby Piet Berghs Piet Dieleman Pyke Koch Reinoud van Vught Richard Price Rob Mohlmann Rob Moonens Simon Benson Stadscollectie Breda, deel I Textiel Thierry de Cordier Tina Onna Tom Wesselmann Ton Slits Tongerlohuys Toon Kuypers Torsten Haake-Brandt Un cercle d'amis Voorwaar Wainer Vaccari Walter Swennen Wolfslaar Wouter van Riessen
|
Een kille moraliteit
Museum Boymans in Rotterdam toont installaties van de Amerikaanse
Cady Noland die met haar verhaal over het geweld al
enkelen jaren aandacht trekt. Voor haar zijn verval, geweld,
vernietiging krachten die onlosmakelijk deel uitmaken van de
Amerikaanse samenleving. En niet bij toeval of mode. In haar
beleving van de Amerikaanse werkelijkheid is die samenleving
ervan doortrokken. Het geweld is in die zin doodnormaal,
vanzelfsprekend en in het cynische geval dus ook amusement.
Wat gewoon is, valt niet meer op. Totdat, bij voorbeeld, een
verzengende autobom het geografisch hart van Amerika, Oklahoma,
raakt en daarmee de ziel van een maatschappij. Want dit
geweld overschreed de grens van wat vertrouwd was. Jeugdbendes,
verkrachting, rituele moorden, gijzeling, roofovervallen:
allemaal ingredienten van het menu dat de media dagelijks op
tafel brengen. En dat de Amerikaanse burgers trouw en gretig
consumeren. Of het nu werkelijk gebeurd is of verzonnen in
filmvorm doet er niet echt iets toe. Als ergens werkelijkheid
en fictie door elkaar lopen dan is dat op het Amerikaanse
televisiescherm. Die autobom was betrekkelijk nieuw; terrorisme
was in Amerika niet denkbaar, dachten de Amerikanen. Dat
was meer iets voor Europa. Dat een eerdere bom bij het World
Trade Centre en nu deze de kwetsbaarheid van de samenleving
aantonen, ontreddert Amerika. En breekt het oog weer open voor
wat geweld echt is, scheurt de plastic huid waarmee de media
het geweld hebben omspannen.
Dat is wat Cady Noland (1956) met haar installaties zegt te
bedoelen. Ze is gefascineerd door het geweld in de Amerikaanse
samenleving. Ze verzamelt foto's en kranteknipsels van criminal
facts die in de belangstelling staan en die door de media
publiek bezit zijn geworden. Niet zozeer de werkelijkheid dus
van het geweld, maar de virtuele werkelijkheid, het beeld dat
de media van de werkelijkheid maken en dat zo gretig en kritiekloos
voor de werkelijkheid wordt aangezien. Het is niet
CNN dat de werkelijkheid verslaat, maar een voorstelling
daarvan maakt naar de eisen van de amusementsindustrie en dat
beeld de huiskamers binnenbrengt. Op dat soort schijnvertoning
legt Cady Noland haar vinger. Een moralistische vinger, dat
moet ook gezegd.
In Museum Boymans toont ze een aantal recente aluminium sculpturen
en enkele oudere werken die eigendom zijn van het museum.
De presentatie past in een reeks die de actuele kunst in
Amerika onder de Nederlandse aandacht brengt in de vorm van
solotentoonstellingen van Robert Gober, Christopher Wool,
Stephen Prina en Richard Prince. Individuele presentaties die
geen ander verband hebben dan dat ze laten zien wat er op het
ogenblik in de Amerikaanse beeldende kunst gaande is. Los van
de kwaliteit is het belangrijk om dat contact met Amerikaanse
kunst in stand te houden, zeker nu het Europese oog veel
minder de neiging heeft om die kant uit te kijken. Wat Noland
sculpturen noemt zijn allerminst ruimtelijk. Het zijn reprodukties
van krantefoto's en teksten betreffende geweld, die
overgebracht zijn op een stuk aluminium en zo als platte
zetstukken tegen de muur leunen of in de vloer verankerd zijn.
Daarnaast zijn er installaties als een galg met een autoband
(heel Amerikaans, met een witte zijkant), een schandpaal van
hout, een cowboyfiguur uitgezaagd uit een multiplexplaat, een
kooiconstructie van aluminium buizen waar een plastic kip,
slachtens bereid, aan hangt te bengelen. Het geheel is kil,
afstandelijk, hard en eigenlijk ook onwerkelijk, zeker voor
wie de gemasseerde televisiewerkelijkheid gewend is. Maar ook
in ander opzicht is deze presentatie onwerkelijk. Het werk van
Cady Noland is verspreid over een aantal kleine ruimtes in het
museum die zo'n duidelijke eigen sfeer hebben. In die kleine,
oude, intieme zalen vind je verspreid, uit elkaar gehaald dus,
de kille, morele aanklachten van Cady Noland. Aanklachten die
zwerven door het museum. Losse boodschappen, door het redenerend
verstand ingegeven, met mechanische precisie gemaakt.
Daarbij ook van een zekere overbodigheid. Cady Noland wil de
manipulatie door de media aan de kaak stellen die van sekteleider
en moordenaar Charles Manson twintig jaar geleden en
recentelijk O.J.Simpson mega-sterren maakt waar anonieme
anderen voor veel mindere vergrijpen genadeloos geslachtofferd
worden. Dat is zo ongeveer de boodschap. De beeldende kunst
van Noland wil opereren op het niveau van de media; het aardige
is dat ook die kritische funktie door niets of niemand
effectiever kan worden uitgevoerd dan juist door die media
zelf. Cady Noland geeft een blik in de gemanipuleerde ziel van
de Amerikaanse samenleving die ons uit andere bron al bekend
moet zijn.
Museum Boymans-van Beuningen, Museumpark 18-20, Rotterdam; t/m 11 juni (maandag gesloten)
|