Adriaan Seelen Alex Kiefmeijer Anish Kapoor Ben Hoezen Birgitt van Bracht 2 Boymans-van Beuningen Cady Noland Carel Visser Caro Chassetheater Cultureel Gekleurd Dada De Pont De Ringeloor De stadscollectie Desert Tracks Drie vrouwelijke schilders Edy de Wilde Elly Stegeman en Ludo Bekkers Emile van der Kruk Enk de Kramer Eric Hirdes Erik Prins Eugeen van Mieghem Giorgio Morandi Grafiek in het Tongerlohuys Hannema Hans Landsaat Hans Luiken Het portret Het verhalende Huub Bruls Ignatiusziekenhuis Jaap de Vries Jacques van Alphen Jan Andriesse Jeanne Munsterman Jeroen Doorenweerd Jiri Kolar John van Gils Jos Blersch Kars Persoon Klaar van der Lippe Kopper en Van Ham Kunst van Vlaanderen en Spanje Laatmiddeleeuwse prenten Lokaal 01 - 1 Lokaal 01 - 2 Luc Tuymans MUHKA Marijke Fitz Verploegh Martje Verhoeven Matthew Barney Michel van Overbeeke NBKS 1 NBKS 2 Naus en Kleinepier Nederlandse tekeningen 2e helft 19e eeuw Nieuwe beelden Noordbrabants Museum Paul Thek Per Kirkeby Piet Berghs Piet Dieleman Pyke Koch Reinoud van Vught Richard Price Rob Mohlmann Rob Moonens Simon Benson Stadscollectie Breda, deel I Textiel Thierry de Cordier Tina Onna Tom Wesselmann Ton Slits Tongerlohuys Toon Kuypers Torsten Haake-Brandt Un cercle d'amis Voorwaar Wainer Vaccari Walter Swennen Wolfslaar Wouter van Riessen
|
Kunst van Vlaanderen en Spanje
Het is alsof alles voor even weer terug is bij de bron waaruit
het eeuwen geleden is voortgekomen. Kunst uit de 15e en 16e
eeuw die vanuit de Vlaamse cultuur terecht gekomen is in
Castilie is vanuit een grote verscheidenheid aan Spaanse
kerken, musea en andere collecties samengebracht in een indrukwekkende
tentoonstelling in Antwerpen. En waar kan de
artistieke reconstructie van die voorbije laat-Middeleeuwse
wereld die nog getuigde van een diep en ongedeeld geloof beter
plaats vinden dan in de Onze Lieve Vrouwe-kathedraal, het
trotse hoogtepunt van de 16e eeuwse gothiek. Schilderijen,
beelden, geschriften, boeken, lithurgische gebruiksvoorwerpen,
meubels, muziek, tapijten alles teruggekeerd in een spirituele
context waarvoor het is gemaakt. De belevingswereld van het
geloof die voor de 15e en 16e-eeuwer nog onlosmakelijk verbonden
was met zijn stoffelijke, aardse bestaan. Kunst uit die
tijd die nu eens niet in het museum, maar in de kerk te zien
is, dat is kunst die ons terugvoert naar een mentaliteit
verankerd in een geloof en dus meer vraagt dan alleen aandacht
voor de artistiek-formele aspecten.
Er zijn in de Antwerpse kathedraal zo'n 200 kunstvoorwerpen te
zien die in feite een culturele reconstructie zijn van de
verbondenheid tussen Vlaanderen en Castilie en Leon, wat in de
tijd waarover de tentoonstelling spreekt bijna heel Spanje
besloeg. De banden waren oud, ze waren sociaal vanwege de
bedevaarten, later economisch en in de 15e eeuw ook dynastiek
en politiek. Het Bourgondische hof raakte door erfopvolging
verbonden met Castilie en dat maakte in ieder geval de weg
vrij voor de enorme invloed die de Vlaamse kunst zou hebben op
de Spaanse. Isabella van Castilie, gehuwd met Ferdinand van
Aragon, het machtige huwelijk dat het begin zou zijn van het
Spaanse wereldrijk waarvan ook de Nederlanden deel uitmaakten,
had een kunstcollectie waartoe ook werken van Jeroen Bosch,
Hans Memling, Rogier van der Weyden en Dirc Bouts behoorden.
Hun werk vond in Spanje navolging en voerde naar en eigen
stijl: de Hispano-Flamencostijl. Er waren ook Vlamingen die in
Spanje bleven en verspaansten zoals Juan de Flandes die hofschilder
werd van koningin Isabella en de beeldhouwer Gil de
Siloe die in Burgos bleef hangen. Op alle gebieden bestond de
invloed. Voor Vlaanderen zou de verbondenheid met Spanje tot
1713 zo blijven, zoals bekend begon Noord-Nederland zich in
1568 los te scheuren van het grote \spaanse rijk en ontwikkelde
zich langs andere lijnen tot wat de glorie van de Gouden
Eeuw zou worden.
Er is, zoals gezegd, een enorme varieteit aan objecten in de
kathedraal uitgestald. Uiteenlopend in tijd (het gaat tenslotte
toch over twee eeuwen), stijl, herkomst en funktie. Objecten
bovendien die nooit zo in elkaars nabijheid gefunktioneerd
hebben. Met het twintigste-eeuwse oog gezien levert dat geen
samenhangende tentoonstelling op. Maar een aantal schitterende,
individuele stukken vergoeden alles. Er hangt een Pieta
van Adriaan Isenbrandt die terecht is gekomen in een parochiekerk
in Burgos. Van Isenbrandt weten we niet veel meer dan dat
hij werkzaam is geweest in het atelier van Gerard David die in
Spanje zeer bewonderd werd en wiens stijl Isenbrandt kopieerde.
In Philadephia bevindt zich een retabel van David waarvan
de Pieta van Isenbrandt een kopie schijnt te zijn. Het thema
was in het herfsttij der middeleeuwen ook populair. Het behandelt
het moment dat het lijk van de gestorven Christus door
zijn moeder Maria en Johannes de Evangelist van het kruis
wordt gehaald en door Maria Magdalena wordt gebalsemd. In het
Prado in Madrid bevindt zich het grote voorbeeld voor veel
tijdgenoten, de bewening door Maria van Rogier van der Weyden.
De populariteit in de late Middeleeuwen moet gelegen hebben in
de menselijk voorstelbare kant van het verhaal dat overigens
apocrief is. Nergens in de bijbel schijnt er melding van
gemaakt te worden. Het lichaam van Christus heeft al zijn
glorie verloren en is een beschadigd lijk. Ook zijn moeder
blijft ver van het goddelijke en is overmand door verdriet.
Menselijk gezien niet ongewoon na dit drama. Het is juist de
psychologie versterkt door het sterke realisme dat de symboliek
achter zich aan het laten was, die in het zicht van de
nieuwe tijd een sterker aandacht krijgt. De Renaissance is op
komst en tekenen daarvan zijn terug te vinden in dit stuk van
Isenbrandt. Met name in de figuur op het tweede plan, Maria
Magdalena die rechts geknield toeziet. Met de rechterhand wist
ze zich een traan uit de ogen, met de linkerhand houdt ze haar
zalfpot vast. De schildering van haar figuur is tegelijk
fysiek uiterst nauwkeurig en buitengewoon elegant. Een elegantie
die we kennen van de renaissancist Botticelli, bij voorbeeld.
Dit is geen heilige, dit is een vrouw van de wereld, in
een religieus tafereel. In vergelijking met haar is Maria nog
stijf en ligt het lijk van Christus toch nog als een plank in
de armen van zijn moeder.
Maar Isenbrandt is ook nog gewoon Middeleeuwer en maakt gebruik
van symboliek die we de hele Middeleeuwen door tegenkomen. Het
hele tafereel is geplaatst tussen en jonge plant op
de voorgrond (symbool van groei en leven) en een schedel
achter de personen (gedenk te sterven). De wereld die stil is
en verlaten, verraadt de stijl van de Vlaamse Primitieven. een
duidelijke verdeling in voor- en achtergrond en de overgang
naar het geometrisch perspectief. De achtergrond is op atmosferische
wijze van diepte voorzien. De opvolging van bruin,
groen-grijs en blauw maakt dat er een aanzet tot een realistisch
landschap ontstaat, een suggestie die in de Renaissance
door exacte berekening zal ontstaan. Isenbrandt stond op de
drempel tussen Middeleeuwen en Renaissance, zoals Castilie en
Vlaanderen stonden op de drempel van Europa.
Op de drempel van Europa, dat betekent het afscheid van de
Middeleeuwen, de aankondiging van de Renaissance. Dat betekent
ook de ontdekking van de nieuwe wereld, Amerika dat vanuit
Spanje zou worden veroverd en tegelijk een breuk in de opude
wereld door toedoen van de Reformatie. Die ingrijpende veranderingen
die in die gistende 16e eeuw zich voltrekken, vinden
we terug in de geest van de tentoonstelling. Die mentaliteit
die vanuit Vlaanderen Spanje bereikte, strekt zich uit tussen
een schitterende ivoren Christus aan het kruis en anderzijds
de geschriften van Erasmus die zo opvallend ruim in het Spaanse
erfgoed aanwezig zijn. Het kleine corpus dateert uit 1150,
de tijd dat de bedevaart naar Compostela op gang komt, door
miljoenen ondernomen en van enorme sociaal-culturele betekenis.
Het wegenpatroon in West-Europa laat nog altijd de loop
van de oude wegen zien die voerden naar Spanje. Het zijn
dezelfde wegen waarlangs de romaanse kunst zich vanuit Cluny
ontwikkelde in zuidelijke richting. Het beeldje is niet groter
dan de afstand tussen duim en uitgestrekte wijsvinger en kon
in de jaszak meegevoerd worden. Het bijzondere zit in het
dunne lijf, de bijna transparante omslag, de lange benen en
vooral dat verhoudingsgewijs veel te grote hoofd. Het maakt
die lijdende Christus ineens oud en verslagen.
En met Erasmus staan we op de drempel van de renaissance,
honderden jaren verder, in een Europa dat de oude ketens
aflegt die door Philips de Schone, Johanna de Waanzinnige en
hun zoon Karel V waren gesmeed. De door God gegeven macht,
door politieke huwelijken en Inquisitie handig uitgebuit, gaat
over in handen van een vrijgevochten burgerij: een nieuw
Europa wordt geboren.
O.L.Vrouwe-kathedraal Antwerpen, tot 10 december. Open
elke dag van 10 tot 6 uur, behalve zaterdag van 10 tot 3
en van 6 tot 9 uur 's avonds en 's zondags van 1 tot 4
uur.
|