Antonietta Peeters Arie Berkulin Artis BOA 1 BOA 2 Beelden in Zoersel Bernd Lohaus Buitenmaatse grafiek op de grens Co van Assema Colin Lowe De Verbeelding De geur van hout De muze als motor Dick Fluitsma Eddy Posthuma de Boer Eelco Brand Een ander mensbeeld Emily Boekhout Esko Mannikko Felicien Rops Franka Beijers en Marc Koreman Geert van de Camp Gerrit Sol Gilbert and George Grafiek Guido Geelen Guillaume Bijl Hans Greep Hendrik Nicolaas Werkman Henk Visch Het gegeven beeld Jack Poell Jacomijn den Engelsen Jan Dibbets John Koermeling Jos Boetzkes Kunst in Rijen Lidwien Kraakman Marc Nagtzaam en Eelco Veenman Marie-Therese Colen Martha van Meurs Mattie Schilders Miek en Harry Vlamings Nicolas Dings Noor de Rooy en Piet Vloemans Opvattingen van schilderkunst Otto Egberts PJ Roggeband Panamarenko Paul Haentjes Paul van der Eerden Petra Boshart Rosan Bosch Ru van Rossem Ruimte in de kunst Sal Meijer Sarah Lucas Shelter Simon Woudwijk Soil and ceil Surrealisme Theo Kuijpers Ton Slits Tony Cragg VBBKZN Wat betreft Japan Willem Adams Willem de Kooning Wouter van Riessen Zomerbeelden Zomeropstelling
|
De camera en de beeldende kunst
Toen half vorige eeuw de fotografie werd uitgevonden, werd de
menselijke waarneming op een wijze gepreciseerd die het oog te
boven ging. De camera kon bewegingen vastleggen die voor het
menselijk oog te snel gingen. Wij zien een beweging in een
vloeiende lijn en in een bepaalde context. Het is de camera
gegeven uit die voortgaande beweging een enkel onderdeel te
isoleren en de beweging dus stil te zetten. Wat eraan vooraf
ging en wat erop volgt, doet er dan niet meer toe. De foto is
een gestolde beweging.
Dat inzicht was van enorme invloed op het kijken. Onder invloed
van wat de camera kon, gingen kunstenaars in de tweede helft
van de vorige eeuw zich concentreren op wat ze echt zagen. Dat
betekende afzien van kennis en bedoeling. Afzien van wat men
wist, begerig naar wat men zag. Zelfs de realisten van rond
1850 schilderden een paard in galop nog vanuit wat men kon
waarnemen aan het paard in stilstand. Dus met in ieder geval
twee benen op de grond. Maar een paard in volle galop komt met
alle vier de benen van de grond en toont spierbewegingen die
met het menselijk oog niet te zien zijn, laat staan te schilderen.
Edgar Degas was impressionist en interesseerde zich buitenmatig
voor de zichtbare kant van de werkelijkheid, voor
lichtweerkaatsing, kleur, atmosfeer en, hij vooral, voor bewegingen.
Hij is een van de eerste schilders geweest die het
paard in galop schilderden met de onzichtbare details die daar
bij horen. Die had hij gezien op foto's die een verpletterende
indruk maakten. De camera kon iets wat zelfs het geoefende
kunstenaarsoog niet kon: de kleinste veranderingen vastleggen
die te zamen de grote beweging uitmaken.
De Amerikaan Eadward Muybridge legde zich vanaf 1870 toe op
bewegingsfotografie. Hij fotografeert tussen 1883 en 1887 uiteenlopende
bewegingen: mannen die sportieve daden verrichten,
vrouwen in frivole scenes, galopperende paarden, vogels in
volle vlucht. Drie rijen camera's leggen de bewegende figuren
vanuit drie gezichtspunten vast. De reeksen opeenvolgende bewegingen,
de voorloper eigenlijk van de cinema, worden gebundeld
onder de titel Animal Locomotion. Witte de With, centrum voor
eigentijdse kunst in Rotterdam, toont onder de titel Still/A
Novel een aantal series van deze shots, samen met werk van
enkele belangrijke hedendaagse kunstenaars die sterk beinvloed
zijn door Muybridge.
Van de Belg Marcel Broodthaers een drietal ironische tekeningen.
Een met een aantal krabbels van een paard in galop, een
getiteld Cheval au galop avant Muybridge en een derde "apres
Muybridge". Op die laatste zijn nog net een paar hoeven te
zien, de rest is al uit beeld verdwenen. Jan Dibbets laat 400
contactafdrukken zien die hij vanaf 1967 heeft gemaakt als een
soort beeldarchief ten behoeve van zijn grote fotomontages. De
kern van zijn werk is het fotograferen van een ruimte in delen
en vervolgens die delen tot een nieuwe ruimte monteren binnen
een bepaald tijdsverloop. Waar bij Muybridge de camera zelf
stil stond en het object bewoog, is bij Dibbets het object zelf
in stilstand en verschuift de camera telkens een slag. Wat de
foto's vooral laten zien is de abstracte structuur waartoe de
werkelijkheid te herleiden is. In die zin is Muybridge even
modern als Dibbets. Deze laatste tentoonstelling van de scheidende
Chris Dercon ( hij is de nieuwe directeur van Museum
Boymans) legt een van de occupaties bloot van de kunst van de
twintigste eeuw.
Witte de With, Witte de Withstraat 50, Rotterdam; alleen op
maandag gesloten. Tot 10 maart.
|