Antonietta Peeters Arie Berkulin Artis BOA 1 BOA 2 Beelden in Zoersel Bernd Lohaus Buitenmaatse grafiek op de grens Co van Assema Colin Lowe De Verbeelding De geur van hout De muze als motor Dick Fluitsma Eddy Posthuma de Boer Eelco Brand Een ander mensbeeld Emily Boekhout Esko Mannikko Felicien Rops Franka Beijers en Marc Koreman Geert van de Camp Gerrit Sol Gilbert and George Grafiek Guido Geelen Guillaume Bijl Hans Greep Hendrik Nicolaas Werkman Henk Visch Het gegeven beeld Jack Poell Jacomijn den Engelsen Jan Dibbets John Koermeling Jos Boetzkes Kunst in Rijen Lidwien Kraakman Marc Nagtzaam en Eelco Veenman Marie-Therese Colen Martha van Meurs Mattie Schilders Miek en Harry Vlamings Nicolas Dings Noor de Rooy en Piet Vloemans Opvattingen van schilderkunst Otto Egberts PJ Roggeband Panamarenko Paul Haentjes Paul van der Eerden Petra Boshart Rosan Bosch Ru van Rossem Ruimte in de kunst Sal Meijer Sarah Lucas Shelter Simon Woudwijk Soil and ceil Surrealisme Theo Kuijpers Ton Slits Tony Cragg VBBKZN Wat betreft Japan Willem Adams Willem de Kooning Wouter van Riessen Zomerbeelden Zomeropstelling
|
Het landschap volgens Mattie Schilders
Wat Mattie Schilders (1951) landschap noemt, is een non-figuratief schilderij waarop bijgevolg geen
bepaalde plek concreet valt waar te nemen. Er is dus ook niet het vaste ingredient, de lijn van de
horizon die het vlak doorsnijdt en zo zorgdraagt voor het begin van het landschap: een scheiding tussen
voor en achter, tussen laag en hoog, tussen aarde en lucht. Er is om zo te zeggen geen grond waarin de
boom kan wortelen, geen luchtruim voor de vogel, geen plek voor de mens. Er is hoogstens het schilderij,
er is een groot doek, verf die in ontelbare losse handelingen op het doek is gebracht, er is een wirwar
aan kleur en er is vooral een veelheid aan bewegingen die het oog naar een bepaalde richting voeren. En
dat nu is een essentieel gegeven in het werk van Schilders dat maakt dat wij een doek van hem op een
bepaalde manier kunnen lezen. Dat wij er met andere woorden iets meer greep op kunnen krijgen dan de
losse en vrijblijvende vaststelling dat een schilderij van hem een lyrisch en non-figuratief doek is. Of
iets dergelijks.
Veel van de bewegingen van de schilderende hand trekken naar een punt in het beeld. Ongemerkt werkt zo'n
samenkomst van lijnen zoals het verdwijnpunt in een renaissancistisch schilderij dat de maat was voor
het onzichtbare stelsel van perspectieflijnen die het landschap de illusie van realistische, meetbare
ruimte moesten geven. Zo ver gaat het bij Schilders niet. Het schilderij blijft bij hem duidelijk
schilderij en wil (of: kan) niks anders zijn. Maar binnen dat 20e-eeuwse gegeven zijn wij wel geneigd dat
bedoelde punt als een orientatie te zien die het platte schilderij omtovert tot iets waarbij wij iets
landschappelijks beleven. Zodoende is een doek van Mattie Schilders geen echt landschap maar wel
landschappelijk van karakter, en dat
maakt groot verschil.
Als je eenmaal op het spoor zit van het landschappelijke, ga je zo'n schilderij , ogenschijnlijk
zonder voorstelling, anders lezen.Het is alsof door die benoeming de penseelstreken en de
veelheid aan kleuren op hun plaats vallen. Een minimum aan compositie brengt toch een zekere
verdeling teweeg tussen voor, achter en boven, wat zoveel is als land, horizon en lucht. Zeker
is dit het geval in die doeken waar sprake is van vlakken in min of meer dezelfde kleur.
In zijn recente doeken laat hij een verandering zien in de voorstelling. Hij schildert de
bekende landschappelijke voorstelling, maar in dat beeld schildert hij een ander, kleiner beeld
met een vergelijkbare voorstelling. Dezelfde stijl, hetzelfde onderwerp: het landschappelijke.
Zo krijg je een beeld-in-een-beeld. Je zou wat hij doet met het schilderij kunnen vergelijken
met een computerscherm waarbinnen je kleinere schermen kunt oproepen. Of, wat ouderwetser, met
het cacaobusje van Droste waarop een verpleegster te zien is met een dienblad met
dampende chocola en een Droste-busje waarop.....enz. Het is een uitbreiding van de vorm
zonder dat ze een verandering of verdieping van onderwerp teweegbrengt. Het schilderij blijft
onveranderd op dezelfde manier geschilderd. Op een uitzondering na: een wat kleiner schilderij
waarvan het beeldvlak in vieren is verdeeld. Elk vlak toont een bosgezicht, waarbinnen weer
losse landschappelijke elementen zijn geplaatst. Met name door die verdeling in vieren en door
de herkenbaarheid ontstaat hier een beeldspel dat op de andere, veel grotere doeken uit 1996
ontbreekt.
Wat dat allemaal oplevert ? Een schilderij dat een atmosfeer wil weergeven, een gevoelslading
die men kan associeren met het landschappelijke. Eigenlijk gaan al de schilderijen van Mattie
Schilders daarover. De belangrijkste kritiek erop is dan ook dat het een vaste manier van doen
is geworden, een recept voor steeds dezelfde taart. De kleur wijzigt zich van samenstelling
maar daarmee nog niet de smaak. Wie het werk van Mattie Schilders volgt, weet waarover het
gaat. En er is meer dan genoeg kans om het te zien. Schilderijen van Schilders zijn in het
Brabantse graag geexposeerde kunstwerken. Het afgelopen jaar was het werk onder meer te
zien in Rijen, bij galerie Molenaars in Breda en nu in Roosendaal in het Tongerlohuys. Het is
een vorm van veilige kunst die eruit ziet als wat men nu modern noemt en waarover men
30 jaar geleden honend en gevat kon opmerken dat het neefje van drie dat ook wel kon.
Daarover nu geen wanklank meer. Maar de kunst is net als de hele samenleving in voortdurende verandering en kiezen voor zo'n uitgesleten spoor is kiezen voor het alom bekende. Dat
levert schilderijen op waarin verrassing uitgesloten is. Kunst die er technisch goed verzorgd
uitziet, maar voorspelbaar is; voor verontrusting geen plaats.
Schilderijen van Mattie Schilders zijn samen met bronzen beelden van Gerard Engels te zien
tot 9 december in 't Tongerlohuys, Molenstraat 2, Roosendaal. Open van dinsdag t/m zondag
van 2 tot 5.
|