Antonietta Peeters Arie Berkulin Artis BOA 1 BOA 2 Beelden in Zoersel Bernd Lohaus Buitenmaatse grafiek op de grens Co van Assema Colin Lowe De Verbeelding De geur van hout De muze als motor Dick Fluitsma Eddy Posthuma de Boer Eelco Brand Een ander mensbeeld Emily Boekhout Esko Mannikko Felicien Rops Franka Beijers en Marc Koreman Geert van de Camp Gerrit Sol Gilbert and George Grafiek Guido Geelen Guillaume Bijl Hans Greep Hendrik Nicolaas Werkman Henk Visch Het gegeven beeld Jack Poell Jacomijn den Engelsen Jan Dibbets John Koermeling Jos Boetzkes Kunst in Rijen Lidwien Kraakman Marc Nagtzaam en Eelco Veenman Marie-Therese Colen Martha van Meurs Mattie Schilders Miek en Harry Vlamings Nicolas Dings Noor de Rooy en Piet Vloemans Opvattingen van schilderkunst Otto Egberts PJ Roggeband Panamarenko Paul Haentjes Paul van der Eerden Petra Boshart Rosan Bosch Ru van Rossem Ruimte in de kunst Sal Meijer Sarah Lucas Shelter Simon Woudwijk Soil and ceil Surrealisme Theo Kuijpers Ton Slits Tony Cragg VBBKZN Wat betreft Japan Willem Adams Willem de Kooning Wouter van Riessen Zomerbeelden Zomeropstelling
|
Paul Haentjes
Als men de beelden van Paul Haentjes (Boxmeer, 1962) eenvoudig noemt, is dat de eenvoud van een bedrieglijke soort. Ze zijn eenvoudig in zoverre ze helder zijn en je zien kunt van welk materiaal ze gemaakt zijn. Ze ogen wellicht eenvoudig omdat de beelden een concreet benoembare voorstelling hebben, en alles wat wij kunnen benoemen, ervaren wij als duidelijk. Als wij de dingen die we zien van een naam kunnen voorzien, hebben we ze een plaats gegeven en zijn ze ineens een stuk minder ingewikkeld dan ze aanvankelijk leken. Maar, het is een van de eigenaardigheden van de 'kunst' dat ze zich niet zo eenvoudig laat vangen in woorden. Met het duiden van iets , is dus kennelijk niet alles gezegd. Zo zijn de beelden van Haentjes ook meer dan wat ze op het eerste oog lijken. Als zo'n vijf beelden, verspreid door de ruimte in de NBKS in Breda, in staat zijn om aan die kille, moeilijke expositiezaal een natuurlijke samenhang te verlenen, dan beschikken die beelden over meer kwaliteiten dan ze spontaan prijs geven. De beelden van Haentjes, althans de houten en eerder ook die van karton, zijn het resultaat van constructie en stapeling. Heel primaire handelingen in de cultuur van het menselijke bedrijf. Hij monteert twee halfrond gebogen houtjes aan elkaar tot een amandelvorm en herhaalt dat keer op keer. Die vele tientallen vormen monteert hij weer tot en grote slurf die op de grond staat, die dus van de ene plek op de vloer naar de andere plek gaat. In een andere beeld monteert hij stukken hout tot een groot rad, waarbij de samenstellende delen net zo goed zichtbaar en herkenbaar blijven als het geheel dat van de constructie het resultaat is. En daarmee ben ik bij de belangrijkste kwaliteit van het werk van Paul Haentjes. Elk beeld heeft een eigen binnen-vorm en een eigen buitenvorm en die twee vallen niet samen. Elk beeld vraagt net zo veel aandacht voor de constructie en stapeling van de losse delen als voor het uiteindelijke beeld dat wij als zelfstandige eenheid in de ruimte zien staan. Er staat een installatie van vier schachten in blank, ongeverfd hout. Elke schacht bestaat uit twee vormen die naar de buitenkant op een vaas lijken. De vaas is verticaal doorgezaagd, de losse delen zijn weer gestapeld. En omdat een segment ontbreekt, krijg je ook een blik in het binnenste en toont zich de constructie. Je volgt de gang van de beeldhouwer van binnen naar buiten, van het detail tot het uiteindelijke beeld. Beelden en tekeningen van Paul Haentjes en schilderijen en tekeningen van Frits Peeters zijn tot 6 januari te zien bij de NBKS, Reigerstraat 16, Breda. Open dinsdag t/m zondag van 1 tot 5 uur.
|