Antonietta Peeters Arie Berkulin Artis BOA 1 BOA 2 Beelden in Zoersel Bernd Lohaus Buitenmaatse grafiek op de grens Co van Assema Colin Lowe De Verbeelding De geur van hout De muze als motor Dick Fluitsma Eddy Posthuma de Boer Eelco Brand Een ander mensbeeld Emily Boekhout Esko Mannikko Felicien Rops Franka Beijers en Marc Koreman Geert van de Camp Gerrit Sol Gilbert and George Grafiek Guido Geelen Guillaume Bijl Hans Greep Hendrik Nicolaas Werkman Henk Visch Het gegeven beeld Jack Poell Jacomijn den Engelsen Jan Dibbets John Koermeling Jos Boetzkes Kunst in Rijen Lidwien Kraakman Marc Nagtzaam en Eelco Veenman Marie-Therese Colen Martha van Meurs Mattie Schilders Miek en Harry Vlamings Nicolas Dings Noor de Rooy en Piet Vloemans Opvattingen van schilderkunst Otto Egberts PJ Roggeband Panamarenko Paul Haentjes Paul van der Eerden Petra Boshart Rosan Bosch Ru van Rossem Ruimte in de kunst Sal Meijer Sarah Lucas Shelter Simon Woudwijk Soil and ceil Surrealisme Theo Kuijpers Ton Slits Tony Cragg VBBKZN Wat betreft Japan Willem Adams Willem de Kooning Wouter van Riessen Zomerbeelden Zomeropstelling
|
De gedaante van Wouter van Riessen
Wouter van Riessen is zichzelf tot aanleiding. Hij schildert,
tekent en (soms) fotografeert zijn eigen lichaam. Een gezicht
en een gestalte die hij door en door kent, die hij dagelijks in
de spiegel ziet en waarvan geen lijn hem nog onbekend is. Een
lijf waarin je negenentwintig jaar leeft, dat moet een vertrouwde
plek zijn. En toch. Er zit iets ongemakkelijks in de
manier waarop de figuur in het beeld staat. Waar het aan schort
is enige vanzelfsprekendheid die je zou mogen veronderstellen
bij iemand die zo in zijn eigen werk woont. Die zichzelf zo
nabij is. Maar bij Wouter van Riessen, een jonge, opvallende
kunstenaar uit Arnhem, is niks vanzelfsprekend.
De enige zekerheid die in zijn werk te vinden is dat is de
stelligheid waarmee de contourlijnen op het tekenblad zijn
gezet en de kleurvlakken op het doek de gestalte vormen. Lijnen
en kleuren zitten stevig in zijn vingers, daar heeft hij hard
aan gewerkt en daar is weinig aarzeling in te ontdekken. Maar
tussen lijnen en kleurvlakken hangt een stilte die ongemakkelijk
aandoet. De duidelijkheid van de gestileerde lijnen en de
helderheid van de sterke kleuren roepen, heel tegenstrijdig
eigenlijk, het gevoel van leegte op. Het is de gemoedstoestand
van de figuur die zich verwondert over zichzelf. Die zich afvraagt
wat er allemaal om hem heen afspeelt en nooit een bevredigend
antwoord vindt. Het gezicht is van die toestand de uitdrukking.
Als een gezicht je van de tekening of het schilderij
je zo aankijkt, hoe moet je dan terugkijken ? Het ongemak zit
dus kennelijk bij ons, de kijkers.
Bolle ogen, een lange kaaklijn, houterige motoriek en een schrale
gestalte. Dat is Wouter van Riessen, dat is de hoofdpersoon
in zijn werk. Een jongen die op school bij de gymles altijd
achteraan moest staan en bij het partijtje kiezen overbleef. Zo
alleen staat hij ook op de tekeningen. Op een recente tekening
heeft hij zichzelf afgebeeld tot aan het middel in duidelijke
contourlijnen. De figuur hangt wat uit het lood: hij helt over
naar de rechterkant van het blad, alsof hij ondanks alle
scherpte van de lijnen toch wil ontsnappen. Alsof hij er eigenlijk
ook niet wil staan. De ogen zijn groot en hol. Je kijkt
erin zonder dat je de gelegenheid de diepte te peilen en de
ziel te zien. Deze tekening is van een subtiele gevoeligheid,
maar die ligt wel aan de oppervlakte. Het innerlijke bestaan
blijft op al het werk van Wouter van Riessen zorgvuldig achter
de gestalte verborgen. Het laat veel meer raden dan zien. Het
potlood trekt trefzekere sporen over het witte papier en markeert
tegelijkertijd een geladen stilte. Wat verwonderlijk is,
is onuitspreekbaar.
Dat is wat een andere tekening misschien ook wel wil zeggen. We
zien het inmiddels bekende hoofd, de bolle ogen, het lege gezicht.
Midden op het blad heeft hij de hand in volle breedte
tegen de kin aangezet, de lange, smalle vingers gestrekt. Die
ogen en deze monumentale hand beelden niks anders uit, ze zijn
wat ze zijn: een uitdrukking van verbazing. Er is nog iets
merkwaardigs aan deze afbeelding. Enkele jaren geleden heeft
Van Riessen een zelfde voorstelling in olieverf geschilderd.
Een schilderij dat allerwegen de aandacht trok toen het werd
getoond in de Rotterdamse Kunsthal in een selectie van werk van
30 talentvolle kunstenaars van over heel de wereld. Bij Wouter
van Riessen doet de merkwaardigheid zich voor dat het doek
voorafgaat aan de tekening, waar dat normaal gesproken andersom
is. Een groots schilderij dat het karakter lijkt te hebben van
een schets!
Zijn recentste schilderij op de groepstentoonstelling in Den
Bosch toont de bekende kop maar nu voor de verandering in gezelschap.
Op de rechterschouder zit de pop Bert (van Bert en
Ernie) genoeglijk aangeleund tegen het hoofd. Bert is levendig
geschilderd, met een warmte die van binnenuit lijkt te komen.
Een ding krijgt iets menselijks. Een de mens zelf? Diens kop
lijkt mechanisch geworden, met uitschroefbare ogen en een demontabele
neus. Een kop uit de meccanodoos. Maar nog altijd een
kop van Wouter van Riessen. Zo gaat dat: als je zo trouw blijft
aan je onderwerp, in dit geval jezelf, dan is de kleinste verandering
van grote betekenis en een onophoudelijke reden tot
verwondering.
Artis, Boschveldweg 471 (naast het station), Den Bosch. De
tentoonstelling duurt tot 1 april en is open op donderdag
t/m zondag van 1 tot 5 uur.
|